De energietransitie en de snelle groei van elektrische voertuigen zorgen ervoor dat bedrijven steeds vaker moeten nadenken over laadinfrastructuur. Niet alleen omdat medewerkers en bezoekers vaker elektrisch rijden, maar ook omdat er vanuit Europa nieuwe wetgeving aankomt.
Met de EPBD IV worden de regels voor laadpalen bij bedrijfsterreinen vanaf 2026 flink aangescherpt. Voor ondernemers betekent dit dat investeringen in laadpunten de komende jaren onvermijdelijk worden. Gelukkig zijn er subsidies die deze stap financieel aantrekkelijker maken, zoals de SPRILA-regeling.
Wat verandert er in de wetgeving?
Op dit moment geldt voor bestaande bedrijfsterreinen met meer dan 20 parkeerplekken dat er minimaal één laadpunt aanwezig moet zijn. Maar vanaf 2026 gaat dat veranderen: dan geldt dat er één laadpunt per tien parkeerplaatsen aanwezig moet zijn, of dat bij de helft van de parkeerplaatsen alvast leidingen moeten worden voorbereid.
Voor nieuwbouw en grootschalige renovaties zijn de eisen nog strenger: hier wordt het vanaf 2026 verplicht om bij één op de vijf parkeerplaatsen direct een laadpunt te plaatsen. Bij kantoorgebouwen is de norm zelfs nog hoger: één laadpunt per twee parkeerplaatsen.
Deze nieuwe verplichtingen zorgen ervoor dat veel bedrijven de komende jaren moeten investeren in laadinfra.
SPRILA helpt bij de kosten
De investering in laadpalen is niet gering, zeker als er ook sprake is van verzwaring van de aansluiting of uitbreiding van het net. Precies daar biedt de SPRILA-subsidie uitkomst. De SPRILA-subsidie is bedoeld voor bedrijven die investeren in private laadinfrastructuur. Het gaat om aanschaf van:
- AC-laadstations
- DC-laadstations
- Investeringen in een stationaire batterij (uitgeput voor 2025)
De subsidie kan oplopen tot €350.000 per jaar per bedrijf en geldt uitsluitend voor laadpalen die niet publiek toegankelijk zijn. Denk aan AC-laadpunten voor medewerkers of DC-snelladers voor het wagenpark. Voor 2025 zijn er nog steeds ruime budgetten beschikbaar zijn voor AC- en DC-laadinfra. Alleen het budget voor losse batterijen is inmiddels uitgeput, een teken dat veel bedrijven hun laadinfrastructuur slim willen combineren met opslag.
De rol van batterijen
Een batterij is geen luxe, maar vaak een noodzaak. Want laadpalen leggen een flinke claim op je contractcapaciteit. Een batterij kan pieken afvangen, slim laden mogelijk maken en zo meer laadpunten mogelijk maken zonder dat je aansluiting direct verzwaard hoeft te worden.
Hoewel het budget voor batterijen in 2025 al op is, zijn de voorwaarden interessant voor toekomstige rondes. Zo moet de batterij in hoofdzaak worden gebruikt voor het laden van voertuigen, minimaal twee jaar in eigendom blijven en geregistreerd worden bij de netbeheerder of energieleveren.nl.
En wat als de aansluiting te klein is?
Veel bedrijven lopen tegen de grenzen van hun aansluiting aan. In dat geval kan de Flex e-subsidie interessant zijn. Deze subsidie vergoedt geen laadpalen, maar ondersteunt een haalbaarheidsstudie: onderzoek naar de vraag of laadinfra binnen je contractcapaciteit überhaupt mogelijk is, en hóe dat kan. Denk aan slim laden of het koppelen van batterijopslag.
Waar SPRILA zich richt op de daadwerkelijke investering in laadpalen en eventueel batterijen, geeft Flex-e juist inzicht in de haalbaarheid en flexibiliteit van je plannen. Zo kunnen de twee regelingen elkaar goed aanvullen: eerst onderzoeken met Flex-e, daarna investeren met SPRILA.
Conclusie: bereid je nu voor
De komende jaren wordt laden op het bedrijfsterrein niet langer een keuze, maar een verplichting. Met de huidige subsidieregelingen kun je een groot deel van de kosten en voorbereidingen verlagen, mits je er op tijd bij bent.
De SPRILA-subsidie helpt bij de investering zelf, terwijl de Flex e-regeling inzicht geeft in de mogelijkheden en beperkingen van je aansluiting. Daarmee kunnen de regelingen elkaar versterken: eerst onderzoeken met Flex-e of je plannen binnen je contractcapaciteit passen, en vervolgens met SPRILA de daadwerkelijke laadinfra realiseren.